1
Verwarm de oven voor op 180° en zet op grill juist voor je de schotel in de oven schuift.
2
Schil de aardappelen en kook ze zacht in gezouten water. Giet ze af, plet de aardappelen, doe er een ei, een scheutje melk en een klontje boter bij, kruid naar smaak met peper, zout en nootmuskkat en meng alles goed door elkaar tot je een smeuïge puré hebt.
3
Snipper de ui en de look fijn en fruit aan in wat olijfolie. Doe er het gehakt bij en roer het goed los dat het zeker niet aanbakt. Als het gehakt gebakken is doe je er de tomantenstukjes en de tomatenpure bij en kruid je het naar smaak met peper en zout.
4
Was de bloemkool en snij in roosjes. Kook de bloemkool beetgaar (hij gaart nog wat verder in de oven) in licht gezouten water en giet af.
5
Maak de witte saus door de boter (50gr) te laten smelten en er dan de bloem door te roeren. Als het deeg naar ‘koekjes’ begint ruiken doe je er al roerend de melk bij en laat je de saus mooi indikken. Als de saus kookt haal je de pot van het vuur en meng je er 100gr kaas door tot je een gladde dikke saus krijgt.
6
Neem nu een ovenschotel en leg het gehakt op de bodem. Daar boven smeer je de aardappelpuré uit en daarop leg je de gekookte bloemkoolroosjes die je overgiet met de kaassaus.
7
Bestrooi de schotel met de overgebleven kaas en zet nog even (5 à 10min) onder de grill tot je een mooi goudkleurig korstje krijgt.